Titel: De zaden der hoop (1) Auteur: Owan Drake Uitgeverij: Brave New Books Jaar van uitgave: 2017 Aantal bladzijden: 272 Vroeger en nu komen bij elkaar als een oude wijsgeer een serie van boeken aan Xavier, zijn meest bekwame student, wil laten lezen. Deze romans bevatten vertellingen uit lang vervlogen tijden en Xavier beleeft die verhalen alsof hij zich er daadwerkelijk bevindt. Hij verdiept zich in de verhalen van het licht en de duisternis. Maar wat Xavier niet weet, is dat hij door het verzoek van de wijsgeer op te volgen onbewust een corrupte tak van de regering uit het verleden kwaad heeft gemaakt en dat hij zich wellicht in een eeuwenoude oorlog heeft verstrengeld. De kroonluchter wiebelt krijsend aan het plafond als de oude wijsgeer zijn bevel uitspreekt en Xavier in de eerste roman begint te lezen. De zaden der hoop begint midden in een gebeurtenis en vanaf het begin zit je op het puntje van je stoel om meer informatie te winnen over het verhaal waar je zojuist ingedoken bent. Het is positief dat je met een plons midden in het verhaal duikt, in plaats van dat er eerst de ellenlange uitleg komt over de historie van het land en de fantasiewereld waar Xavier in leeft. Dat mysterieuze tintje bezorgt een waas waar je eerst doorheen moet zien te komen, voor het avontuur daadwerkelijk kan beginnen.
Voorafgaand aan het eerste hoofdstuk is het Dramatis Personae te vinden. Echter noemt Drake het gewoon ‘Karakter Lijst’. Hier worden tientallen personages voorgesteld, die je stuk voor stuk later nogmaals tegen zult komen. Zelfs huisdieren worden niet overgeslagen. Ongetwijfeld heeft Drake hier veel tijd aan besteed, maar is het niet een beetje te veel van het goede? Shakespeare hield zich aan enkel de hoofdpersonages; hij noemde niet iedere inwoner van de toneelstad. Dit is overdreven, maar feit is wel dat de lezer er weinig tot niets aan heeft voor hij of zij begonnen is in het eerste boek. Is het tegenkomen van zo’n lange lijst niet demotiverend? Wellicht zou het een beter alternatief geweest zijn om deze lijst te bewaren tot het begin van het tweede boek, als een soort geheugensteun. In dit eerste deel kan een functie van de tekst op zich het voorstellen van de personages zijn. Op deze manier worden ze één voor één aan de lezer voorgesteld, wat een zegen van rust zal schenken. Meestal vind je het dankwoord aan het eind van een verhaal, maar Drake heeft ervoor gekozen iedereen te bedanken op een van de eerste bladzijden in het boek. Ook vertelt hij dat het eerste deel, dit deel, slechts een begin is en niet meer is dan een introductie op de volgende boeken. “Vanaf hoofdstuk zes wordt het pas spannend.” Dit schetst een beeld van een auteur die niet trots is op zijn werk en alsof hij zich van tevoren probeert in te dekken op eventuele negatieve reacties. Daarnaast geeft hij zijn vader speciale dank, omdat hij de laatste interpunctiefouten eruit heeft gehaald. Helaas ontstaan de eerste twijfels over deze uitspraak kort daarna, wanneer het verkeerd gebruik van komma’s begint op te vallen. Ten tweede staan er op sommige locaties te veel spaties. Daarnaast zijn sommige kleine dingetjes, zoals ‘zijn wijnglas die’, kleine tegenvallers. Bovendien is het jammer dat bijna ieder nieuw personage geïntroduceerd wordt met ‘De man, genaamd (…).’. Deze fouten zouden makkelijk voorkomen kunnen worden door een extra paar oplettende ogen (eventueel van een professionele redacteur) dat deze consistente schoonheidsfouten er zo uitvist. Mocht deze redacteur ingeschakeld worden, dan zal het volgende deel van de serie veel beter uit de verf komen! Het wordt al snel duidelijk dat de auteur zich in Sistna, de wereld in De zaden der hoop, bevindt. Hij weet precies hoe hij alles vol passie tot in de puntjes moet beschrijven. En hij beschrijft de details letterlijk, wat knap is voor een fictief verhaal, maar wat direct ook zijn valkuil is. Drake begint detaillistische ruimtebeschrijvingen te geven, zoals van de kleding die de personages dragen. Hierdoor kan de lezer de personages niet goed in de omgeving plaatsen, omdat er basisinformatie over de omgeving lijkt te missen. In combinatie met de spelfouten is het voor de lezer een hele klus om lekker in het verhaal te komen. De tijd waarin het verhaal zich afspeelt blijft vaag. Er wordt een sfeer geschetst alsof er gestreden wordt om landgoederen en kastelen. Zwaarden en gevechten. Zelfs de omslag helpt mee om deze omgeving te schetsen. Toch heeft Xavier een smartphone. Sinds wanneer hebben ridders mobieltjes? Origineel is het wel, mits het een nuttige uitwerking heeft. We kunnen van geluk spreken, want nut heeft het telefoontje zeker! De slotfase – waarin trouwens een stuk minder spelfouten staan en waar passender gebruik wordt gemaakt van zinslengte en timing - van De zaden der hoop is spectaculair, waarin het mobieltje een grote rol heeft. Toch blijft het tijdsaspect in het verhaal bijzonder. De tweehonderd verschillende scheldwoorden die er gebruikt worden zijn deels gebaseerd op fantasy, maar kunnen ook anno 2017 op Aarde gebruikt worden. Er is een overvloed aan synoniemen van ziektes of lichaamsdelen. Op een gegeven moment begint iedere zin van een dialoog met een exotisch scheldwoord, waarvan de betekenis alleen door de bewoners van Sistna gesnapt kan worden. Als lezer heb je geen idee wat de helft van de scheldwoorden betekende, met gevolg dat het intellectuele niveau van het vertellende personage daalde. Dit teveel aan grof taalgebruik wordt samengenomen met termen als ‘one night stand’. Mocht je nog niet van je apropos gebracht zijn, dan ben je het nu wel, indien je je nog steeds in de ridderorde bevond.
1 Comment
Bya van Drie
13/6/2017 10:00:49
Hallo Rosanne,
Reply
Leave a Reply. |
Archieven
May 2020
Categorieën
All
|