Een introductie in de wereld waarin ‘De laatste erfgenaam’ van Evi Verhasselt zich afspeelt!
In het noordoosten ligt Runandei, een ruig land waar de wind vrij spel heeft en enkel de sterkste planten en dieren overleven. De Stenen Wet gaf het land aan de dwergen en zij bouwden hun steden diep onder de grond. Mettertijd zochten de jongere clans echter de vrijheid op van de uitgestrekte toendra en dankzij hun zwerftochten ontstonden er handelsroutes tussen Runandei en Terumen. Onder Runandei ligt het kleinste werelddeel: Terumen. Het is een bergachtig gebied met naar de oostelijke grens toe ook uitgestrekte graslanden en drassige gebieden. Het is verdeeld in vier landen: Noord-Terumen, Zuid-Terumen, de Verenigde Hertogdommen en Cavaros. De verdeling is vooral het gevolg van een reeks religieuze conflicten, maar werd ook veroorzaakt door een aantal natuurlijke grenzen, zoals de Spyrran (Spitsbergen) en de Wyrlbrann (Wilskracht). Tussen Cavaros en Noord-Terumen ligt bovendien een minder natuurlijke grens en een van de bekendste monumenten op Du'var-dai: de Grote Muur, gebouwd door de mythische architect Borhan de Bouwer. Achter de Dageraadsbergen ligt de Grote Woestenij, een onleefbaar gebied met dichte wouden van leerachtige bomen, meren van zoutzuur en vreemde wezens. Over Dai-Fur (Vuurland) in het uiterste zuiden is weinig bekend. Volgens een legende spugen de bergen er vloeibaar vuur en kan een scherp oog, op een heldere dag, de rookpluimen waarnemen vanaf de hoogste toppen van de Dageraadsbergen. In het centrum van de wereld ligt Eliflain, waar de elfen leven. Het land is verdeeld in twaalf autonome provincies die van oudsher geregeerd worden door twaalf families, volgens een strikte hiërarchie. Het hoofd van de koninklijke familie, de Tsirim, regeert het land vanuit de hoofdstad Thrill, gelegen op het uiterste noordelijke puntje van Eliflain.
Het land kent een gematigd klimaat in het noorden en een tropisch in het zuiden. Het enige gebergte bevindt zich in het centrum, verdeeld over twee provincies. Door de ligging van het continent, drijven de Ilf handel met vrijwel de hele wereld, met uitzondering van de Horg (die erg geïsoleerd leven) en Cavaros (vanwege een religieuze orde die de elfen wil uitroeien vanwege hun magische gaven). Naar het westen toe ligt Gragh-Hor, het land waar de zandgodin Tamiri regeert over de Gerrigh, het reuzenvolk, onder het brandende oog van Aurun. Men zegt dat Kaneth, de god van het niets, zijn volk schiep uit donkere klei die hij opgroef uit de droge bedding van de Iterw, om Sebech weg te jagen, de god van de krokodillen, die zich de bron van de rivier had toegeëigend. Men zegt ook dat Gragh-Hor meer goden heeft dan inwoners. De Gerrigh wonen op de vruchtbare oevers van de langste rivier op Du'var-dai, de Iterw, waar zij hun akkers laten bewerken door slaven (waaronder ook Horg die uit hun land ontsnapten). Het verguisde achtste volk, de Horg, woont in Horgdan, ten noorden van Gragh-Hor. Er is weinig bekend over het land, gezien de kusten nauwelijks bereikbaar zijn door vervaarlijke kliffen van vulkanisch gesteente, die als vingers uit de zeebodem omhoogsteken en enkel zichtbaar zijn bij laagtij. De Horg zoeken geen contact met de rest van Du'var-dai, op een enkeling na die uitwijkt naar Gragh-Hor en daar vervolgens in slavernij verzeild raakt. In Terumen en Eliflain zijn Horg-kinderen zeldzaam, gezien er een sterk taboe ligt op relaties tussen elfen en mensen. Toch gebeurt het af en toe dat zo'n 'monster' geboren wordt, waarna de ouders onder druk worden gezet om het kind te verwijderen uit de maatschappij, door het te doden of door het achter te laten op een eilandje nabij Horgdan. Nog minder is bekend over de Aquitaniërs, het volk dat de diepe wateren rond Eliflain bewoont. Deze vreemde wezens met hun grijze huid, vinnen, kieuwen en vissenstaarten, zijn volkomen aangepast aan hun leefomgeving. Vaak worden ze gezien in het bijzijn van dolfijnen of eilanders (enorme zeeschildpadden). De Aquitaniërs controleren het scheepsverkeer door betaling te eisen van elk schip dat de oversteek waagt tussen de verschillende continenten en bieden in ruil daarvoor hulp aan schepen in nood. Het goud en het zilver wordt geruild tegen metalen wapens die aangeleverd worden door de dwergen die op de kusten van Runandei wonen, de waterclans.
1 Comment
|