Zoals in dit artikel is ingeleid is NaNoWriMo momenteel in volle gang. Duizenden Nederlanders strijden mee om in november hun doel van 50.000 woorden te behalen. Vorige week volgden we de ervaren Mariëlle Brouwer, de serieuze Johan Lubbers, Ian Laverman met de schattigste Pembroke Corgi ooit en de twintigjarige Sterre Eliza. Benieuwd hoe ze de eerste schrijfweek doorgekomen zijn en of ze nog net zo enthousiast zijn als vorige week? Lees snel verder… Maar mam, ik kan me toch ook daar omkleden? Sterre heeft de eerste zin al op papier staan. Het knappe aan deze beginzin is dat het de belangstelling en nieuwsgierigheid van de lezen wekt. Geef het maar toe: je wilt nu toch ontzettend graag weten wie deze zin zegt, waar hij of zij zich bevindt en waarom hij of zij deze vraag stelt? Sterre schrijft het liefst in de trein. Mocht ze het met een ander schrijfplekje moeten doen, dan vindt ze het belangrijk dat ze comfortabel is en echt de tijd heeft. Eigenlijk schrijft ze altijd ’s avonds, want dan heeft ze alles al gedaan wat ze die dag had moeten doen en staat ze niet op tijd, omdat ze bij voorbeeld na een half uurtje weer weg moet. Verder zet ze haar Spotify op shuffle, waardoor ze zowel rock als klassiek, pop en Nederlandstalig voorbij hoort komen. Blijkbaar heeft haar schrijfritueel geholpen want Sterre ligt netjes op schema! Helaas is het haar dinsdag niet gelukt een kort verhaal te schrijven aangezien ze de dag erna een belangrijk examen had. Gelukkig heeft ze het donderdag allemaal kunnen inhalen. Wat ze nog moeilijk vindt, is om het korte verhaal echt kort te houden. Ze heeft het altijd lastig gevonden een verhaal af te maken, dus NaNoWriMo is voor haar een goede manier van oefenen!
“Ik ben eigenlijk een rebel, omdat ik dit jaar met NaNo geen nieuw verhaal ben begonnen. Ik ben verder gegaan, maar ben pas op 1 november begonnen met tellen. De eerste zinnen waren daarom: Slaperig open ik de gameshop. Tjonge, ik heb vandaag echt geen zin.” Ook aan Mariëlle vroegen we hoe de afgelopen week is verlopen. Ze zegt: “Ik loop zwaar voor. As we speak heb ik zojuist de 23000 woorden gepasseerd. Het gaat beter dan verwacht, want ik had de drie weken voor NaNo een zware schrijfdip, dus dit is wel heel fijn. Ik hoop mijn deel drie volgende week af te ronden en dan aan deel 4 te starten.” Mariëlle zit op het moment van het interview op een tuinstoel aan een oude tafel, aangezien ze thuis druk aan het verbouwen zijn. Soms schrijft ze in bed. Meestal schrijft ze met een koptelefoon op, aangezien ze voor ieder boek een aparte playlist heeft, en staat de televisie op de achtergrond aan, omdat haar man er graag naar kijkt. De eerste week van Johan begon voortvarend en hij vond het erg leuk om weer bezig te zijn met een nieuw verhaal. De eerste twee dagen waren gewijd aan een proloog en daarin gebeurt meteen iets groots. “Het is echt prachtig om die soort scènes te schrijven.” De zin waarmee de proloog begint? Een zweetdruppel rolde langzaam over het voorhoofd van Joram. Hoewel Johan ze afgelopen dagen iets minder geschreven heeft dan voorheen, zit hij al over de tienduizend woorden. Hulp van een speciale playlist of iets dergelijks heeft Johan niet, want hij gaat ’s avonds gewoon aan de slag, en dat is het. Toch heeft hij deze week een write-in bezocht. Met een stuk of acht andere schrijvers heeft hij een avond in een boekenwinkel doorgebracht. Tips uitwisselen, word wars doen (wie kan de meeste woorden typen in een kwartier?) en vooral veel schrijven. Super leuk! Wat Johan verder altijd opvalt aan het schrijven is hoeveel onderzoek er nodig is: “Welke graag zijn de brandwonden? Hoe ziet de vissersboot eruit? Hoe warm is het in een woestijnland aan de rivier? En ga zo maar door… Daarnaast wordt je helemaal gek van al die namen die je moet bedenken!” Lieve Johan: wees niet bang om namen te gebruiken van een van de QM’ers. We zouden het een eer vinden dat onze namen een rol spelen in je verhaal! Helaas, we hebben geen foto gekregen van de knappe hond van Ian. Wel mogen we zijn beginzin bekendmaken: Daar stond hij, tegenover zijn broer. De afgelopen week is wat schrijven betreft heel goed gedaan en Ian is als een speer door het begin van het verhaal gevlogen. Echter: “Ik heb op het laatste moment besloten om een ander verhaal te schrijven. Inspiratie slaat soms in als een bom. Nu ben ik begonnen met een fantasyverhaal waar ze musketiers hebben, grote strijdbeesten zoals griffioenen en draakachtige schepsels.” Ook Ian heeft een speciale afspeellijst gemaakt op Spotify. Maar een specifiek schrijfplekje heeft hij niet. Hij kan zowel in de trein als in bed of aan de keukentafel schrijven; gewoon overal. Hij voegt nog toe: “Voordat ik begin met schrijven ben ik wel eerst gewoon van alles aan het doen dat niet met schrijven te maken heeft. Op YouTube filmpjes kijken, spelletjes spelen, alles. Zeker een uurtje en dan begin ik en vlieg ik door de hoofdstukken heen.” We kunnen concluderen dat er van een bitter begin geen sprake is, want alle vier de auteurs hebben een fantastische beginsprint gedaan en zijn goed op weg. Zet ‘m op!
0 Comments
Leave a Reply. |