Astrid Harrewijn (1963) studeerde rechten en was daarna werkzaam als vertaalster. In het voorjaar van 2006 deed ze mee aan de Jill Mansell-schrijfwedstrijd, georganiseerd door het weekblad Flair en Uitgeverij Sijthoff. Haar manuscript werd uit meer dan honderd inzendingen gekozen als leukste roman. Later in 2006 werd haar winnende inzending gepubliceerd als de roman Ja kun je krijgen. Haar boeken zijn grotendeels in te delen in het genre chicklit: romantische en grappige feel good-verhalen. Harrewijn is getrouwd en heeft twee studerende dochters. Je nieuwste boek draagt de titel Daar heb je vrienden voor. Kun je in je eigen woorden vertellen waar dit tweede deel van de serie met Noor, Kiki en Joost over gaat? Dit deel (de delen zijn overigens los van elkaar te lezen) gaat over Joost. In elk deel ga ik dieper in op het leven van een van de vrienden. In Daar heb je vrienden voor komt Joost voor een aantal keuzes te staan en neemt zijn leven een merkwaardige wending, zowel zakelijk als privé. Wat heeft je doen overhalen de ommekeer naar een boek in mannelijk perspectief te maken? Het leek me een leuke uitdaging om te schrijven vanuit het perspectief van een man en het past ook goed bij mijn genre-switch; van chicklit naar roman. Ik vind het belangrijk om elke keer weer op zoek te gaan naar iets nieuws. Een ander genre, een nieuw thema, een ander perspectief. Het enige waar de lezer elke keer op mag rekenen is een fijne dosis humor. Hoe zou je Joost omschrijven? Bezit hij eigenschappen die je ook op jezelf (of je man) kunt betrekken? Joost is een lieve, vriendelijke, intelligente man. Zo eentje die je graag als buurman of vriend zou willen hebben. Hij snapt dondersgoed hoe het leven in elkaar steekt, maar heeft tegelijkertijd wat moeite met het leven. Hij is ook een man die de belangrijke keuzes in het leven een beetje voor zich uit schuift en er net niet al te handig mee omgaat. Joost is feitelijk zoals we allemaal een beetje zijn. Het karakter van Joost heb ik niet specifiek ontleend aan iemand uit mijn omgeving. Dat is ook niet de manier waarop ik mijn personages vormgeef. Joost is een product van mijn fantasie en daarmee waarschijnlijk een combinatie van de mannen die ik ken. Hoe zagen de voorbereidingen van het verhaal eruit? Vlak voordat ik met deze drieluik begon, ben ik naar Rome geweest en toen wist ik al dat die stad het decor van een van mijn boeken zou moeten worden. Het was voor mij meteen duidelijk dat Rome de stad van Joost was. In dit geval was Rome een echte inspiratiebron voor mij: eerst de stad, toen het verhaal. Vervolgens vroeg ik me af wat Joost in Rome ging doen. En zo werd Joost de schrijver geboren. Joost schrijft namelijk boeken over Romeinse keizers. Wat is voor jou het grootste obstakel tijdens het schrijfproces? Tijd! Absoluut de tijd! En tegelijkertijd heb ik die tijdsdruk ook heel erg hard nodig anders komt mijn boek nooit af. Ik kan me namelijk volledig verliezen in research. Voor Drie vrienden, een huis (en een klusjesman) heb ik vrijwel alles over Vincent van Gogh gelezen en ging ik bijna wekelijks naar het Van Gogh Museum. Ik wil alles, maar dan ook alles, weten. Bij mijn vorige boeken (meer feelgood) deed ik de research achteraf, maar bij deze drieluik maak ik er complete studies van. Voor Daar heb je vrienden voor heb ik tientallen boeken over de Romeinen gelezen, terwijl ik er feitelijk maar een paar bladzijden mee vul. Ik heb de deadline dus echt hard nodig als stok achter de deur anders zit ik over tien jaar nog te researchen. Als je dit boek vergelijkt met wat wel je allereerste boek is, wat is dan de grootste ontwikkeling die je bij jezelf terugziet? Eigenlijk geef ik het al een beetje aan bij de vorige vragen, maar het grootste verschil is wel dat ik van genre ben veranderd. Mijn boeken zijn wat volwassener geworden, zowel qua inhoud als qua personages. Ik ben inmiddels ook een vijftiger, dus dat zal wellicht een rol spelen. Daarnaast heb ik specifiek gekozen om het thema kunst in mijn boeken te verwerken. Kunst is een hobby van mij en een fantastische bron om uit te putten. De humor is hetzelfde gebleven en het blijft lekker lezen, want lekker lezen vind ik belangrijk. Daarnaast vind ik dat boeken origineel moeten zijn. De lezer moet het hebben van mijn fantasie. Ik mis in heel veel boeken originaliteit. Ik verwacht dat een schrijver mij in een andere wereld brengt en mij verrast, dus die eis stel ik ook aan mezelf. Tot slot zijn wij erg benieuwd of je nog tips hebt voor beginnende schrijvers. Aan welke tip heb jij veel gehad? Lezen, heel veel lezen. En dan bepalen wat je mooi vindt en waarom. En uitproberen! Schrijf eens een keertje iets anders. Zie je jezelf als thrillerschrijver? Probeer dan een keer een heel ander genre. Wie weet verras je jezelf. Interview door Rosanne
0 Comments
Leave a Reply. |
Archieven
June 2019
|