Olivier Sted, de schrijver van “De Bergbouwers van Metis Bidenk”, is iemand die moeilijk nee kan zeggen. Ook vindt hij het moeilijk om vragen met een volmondig ja te beantwoorden. Dit komt doordat Patrick Bauwens, de persoon die achter dit pseudoniem schuilgaat, een denker is. Hij relativeert, vergelijkt en is zich er ten volste van bewust dat er vele gradaties tussen zwart en wit bestaan. Gelukkig maar. Verhalen zouden maar saai worden als de schurk alleen maar slecht is en de held geen zwakheden kent. En ook is het fijn om tijdens de climax van een verhaal vragen zoals: ‘Dus dit is het? We gaan er allemaal aan?’ te kunnen beantwoorden met: ‘Ja, behalve als het ons lukt om in een zeer korte tijd nog een leger bij elkaar te krijgen bestaande uit spionnen, mijnbouwers en een elitecorps van gemechaniseerde krijgers’.
Toen Patrick zes jaar geleden als 36-jarige bouwkundig softwareontwikkelaar aan Bergbouwers begon, stond hij er nog niet bij stil hoeveel persoonlijke ervaringen er in een boek kunnen sluipen, hoe fictief het verhaal ook is. Patrick heeft inderdaad hamsters als huisdier gehad, (beestjes die overigens best schattig zijn, al hebben ze wel hele scherpe tandjes,) hij kijkt met veel plezier terug naar de jaren tachtig en hij vond het maar wat leuk dat die brug nu eens niet constructief verantwoord overeind hoefde te blijven staan, maar dat het spectaculair in elkaar mocht donderen.
1 Comment
Leo Alexander Schlangen (1969) woont met partner Jenny en dochter Hannah in Leiden. Na zijn studie geschiedenis is hij de journalistiek ingerold. Eerst in dienst van het ANP, daarna voor tijdschriftuitgevers Readershouse-Hearst en Sanoma. Sinds 2004 werkt hij freelance. Je kunt zijn naam tegenkomen in publieksbladen als Carros, Leven in Frankrijk en Seasons, maar ook in (digitale) uitgaves van Van Lanschot, Houthoff Buruma, Audi, etc. Daarnaast doet Alexander eindredactie, maakt tijdschriften en produceerde de documentaire ‘Thunder’. De spanwijdte van zijn werkzaamheden bevalt hem. "Het is avontuurlijk en ik leer steeds weer nieuwe facetten van het schrijfambacht."
Arwen Mannens is de auteur van de trilogie “De laatste strijd” die werd uitgegeven bij Zilverbron. Ze is 31 jaar oud en heeft haar handen vol met haar werk als ambtenaar en de opvoeding van haar 6-jarige zoon. Onlangs is Thorian en Kristan, het derde deel van De laatste strijd uitgekomen. Kun je in je eigen woorden vertellen waar het boek over gaat? Thorian (Mint) en zijn beste vriend Kristan (Mart) groeien op in een land dat aan strenge regels gebonden is. De regels zijn al eeuwen oud en zijn opgesteld om de veiligheid van de Minti en Martes te garanderen. Een van deze regels is dat niemand het gebergte mag oversteken omdat daar barbaren wonen die erop uit zijn om de Martes te doden. Op een bepaald ogenblik verschijnt er echter een donkere rookpluim aan de hemel, die de nieuwsgierigheid van Thorian en Kristan prikkelt. Wanneer de twee vrienden het gebergte oversteken komen ze aan bij een stad die bedekt is onder een deken van as. Wanneer Thorian door de, ogenschijnlijk verlaten, stad wandelt, botst hij op een bont gezelschap wezens dat op geen enkele manier bij elkaar hoort. Hij kan ongezien vluchten, maar in zijn hoofd blijft hij zich vragen stellen. Een tweede bezoek verloopt echter minder goed dan hij gehoopt had.
Jeroen Windmeijer (1969, Delft) is docent godsdienst en maatschappijleer op een middelbare school in Leiden. Hij is getrouwd met Hamide Dogan, zij is vertaalster van Turkse literatuur, en ze hebben een dochtertje van 10 jaar oud, Dünya, aan wie zowel Het Pauluslabyrint als het in 2015 verschenen De bekentenissen van Petrus opgedragen zijn. In Leiden heeft Jeroen culturele antropologie gestudeerd, met als specialisatie Latijns-Amerika. Voor zijn afstudeeronderzoek woonde hij zes maanden in een Indiaans dorpje op de Boliviaanse hoogvlakte aan de oevers van het Titicacameer. Uiteindelijk is hij in 2001 gepromoveerd op een onderzoek naar de naar de Otavalo-indianen, die je in die tijd ook In Nederland vaak op straat muziek zag maken. Veertien maanden heeft hij in het stadje Otavalo gewoond en schreef hij een proefschrift, dat ook nog in pocketeditie is uitgekomen onder de titel Poncho’s, panfluiten en paardenstaarten. Hij heeft vervolgens voor Djoser gewerkt als reisleider in Venezuela, Mexico, Guatemala en Belize, maar ook in Egypte, en werd docent Nederlands als Tweede Taal (NT2). Aan de universiteit ging hij Wereldgodsdiensten studeren en werd hij leraar. Sinds twee jaar is hij ook nog imker geworden en heeft hij twee bijenvolkjes op zijn moestuin.
Johanna Lime werd op 1 november 2011 geboren als idee van Marjo Heijkoop en Dinie Boudestein. De drang om haar fantasyverhalen te openbaren werd te groot. Johanna wilde haar personages die lange tijd een geheim leven hadden geleid, de vrijheid gunnen, ongeacht wat anderen van hen zouden denken. Ze wilde door haar boeken blijven voortbestaan. Bovendien had ze de wereld iets te vertellen. De directe aanleiding om haar verhalen te delen met lezers, was de overdenking van het leven nadat er zich alweer een sterfgeval in de familie had voorgedaan. Van het gezin waarvan Dinie de jongste was, bleef zij alleen over. Haar ouders, twee broers en haar zus Joke waren allemaal overleden. En in 2011 verwisselde ook Marjo’s jongste broer het tijdelijk met het eeuwige. In het geheim waren Marjo en Dinie vanaf hun tienertijd steeds weer met vlagen in hun fantasiewerelden gevlucht. Zij hielden dagboeken bij van de fictieve personages die in hun universum leefden. Een verbeeldingswereld die begon in een verborgen vallei op aarde, waar een groep rebellen leefden. Die vallei heeft inmiddels plaats gemaakt voor een universum met twee grote koninkrijken van elk vijf planeten ver weg van Aarde. In september 2015 kwam op Elfia Arcen hun eerste boek uit, Schimmenschuw. Hun nieuwste boek De vergeten vloek: Sluimerend vuur volgende anderhalf jaar later. Joyce Roele is 17 jaar oud, woont in Hoorn en is sinds haar twaalfde actief bezig met het schrijven van verhalen. In haar vrije tijd leest ze graag boeken en wandelt ze door Hoorn om ideeën op te doen voor nieuwe verhalen. Onlangs is N.22 uitgekomen. Kun je in je eigen woorden vertellen waar het boek over gaat? N.22 is een verhaal over vriendschap, hoop en wat het betekent om mens te zijn. De eerste persoon die je in N.22 ontmoet is Kate. Zij zit vast in een laboratorium omdat ze beschikt over helende eigenschappen. Ze zit samen met honderden anderen opgesloten omdat een gave hebben verboden is in Alterra. Alexander, Kates beste vriend, is de tweede hoofdpersoon en het tweede oogpunt waaruit je het verhaal te zien krijgt. Hij is samen met Lena op zoek naar Kate omdat ze haar willen bevrijden. Iets wat nog nooit eerder is gedaan. Of Kate het laboratorium weet te overleven en hoe Alex en Lena hun zoektocht verloopt, valt in het boek te lezen. |
Archieven
June 2019
|