In 2004 kreeg ze landelijke bekendheid met een zelfgemaakte handtas, waarvoor ze het bont van haar eigen kat heeft gebruikt. Sindsdien heeft Katinka Simonse (1979) niet stilgezeten. Ze is beeldend kunstenares, bracht onlangs een nieuw boek uit én nam deel aan de afvalrace De pennen zijn geslepen, die eind 2016 op NPO te volgen was. Zou je jezelf kunnen voorstellen aan onze lezers? We zouden graag weten wat je naam is, hoe oud je bent en wat je zoal in het dagelijks leven doet. Ik ben TINKEBELL., beeldend kunstenaar en schrijver met als doel het redden van de wereld. Doordat je een handtas van je kat hebt gemaakt, heb je meer publiciteit gekregen. We konden het echter niet laten te vragen: heb je momenteel huisdieren? Het is nogal makkelijk te stellen dat het maken van een tas van mijn kat me (slechts) 'meer publiciteit' heeft opgeleverd. Een kunstwerk bestaat bij de gratie van haar publiek, en dat publiek heb ik gecreëerd. Ik zou dat zelf niet ophangen aan het woordje 'publiciteit'. Anyway. Ja, ik heb huisdieren: twee katten (Spike en Pieter) en twee kippen (Janneke en Marieke) Je bent beeldend kunstenares. Beschouw je een geschreven (non-)fictioneel boek ook als een (beeldend) kunstwerk? Waarom wel of niet? Ik begrijp deze vraag niet zo goed. Wat doet het er toe of ik (of iemand anders) iets wel of geen kunstwerk noemt? Ik ben kunstenaar en daarmee kan ik van elk object, evenement, gebeurtenis of zelfs van elke gedachte een kunstwerk maken, simpelweg door te zeggen dat het een kunstwerk is. Een belangrijkere vraag is dus of iets interessant is of, of iets van toegevoegde waarde is op bijvoorbeeld de wereld of de maatschappij. Onlangs is WAARSCHUWING de schrijver van dit boek is een kunstenaar uitgekomen! Kun je in je eigen woorden vertellen waar het boek over gaat? Mijn boek gaat niet over een specifiek ding of onderwerp in het bijzonder. Wel laat het zien wat de waarde en de impact van de kunstenaar kan zijn, en die is gigantisch. Sterker nog: de kunstenaar is in potentie de machtigste persoon denkbaar. Ik neem de lezer mee in mijn reizen, observaties, omgeving, gebeurtenissen en mijn manier van naar de wereld kijken. Ik laat zien hoe systemen werken en hoe zowel de lezer als de kunstenaar (ikzelf) verschil kan maken. Je zou het boek misschien wel als een handleiding kunnen zien voor jonge kunstenaars, kunsthaters en critici, wereldverbeteraars en iedereen met een mening over dingen. Als we het goed hebben begrepen, is dit je derde boek dat binnen het genre non-fictie valt. Wat maakt jouw boeken zo bijzonder? Nee, dit is mijn vijfde boek. (Eerder verschenen Dearest TINKEBELL, For Your Pleasure, On Amy Taxidermy - From a True Fan en De Duitsers zijn uitgeschakeld.) En ja, alles wat ik doe is non-fictie (dus niet alleen de boeken die ik maak). Wat mijn boeken bijzonder maakt is dat ze echt zijn en dat er niets is wat lijkt op mijn publicaties. Dus als je zegt dat mijn boeken non-fictie zijn, dan klopt dat. Maar verder zijn ze niet in een hokje te plaatsen omdat als je dat zou doen, dan zouden die hokjes verder volstrekt leeg zijn omdat er niets gelijksoortigs bestaat. Ben je van plan in de toekomst een fictief boek te schrijven (waarvan we een voorproefje hebben mogen lezen tijdens De pennen zijn geslepen)? Zo ja, welk genre heeft je voorkeur? Nee. Tot slot zijn wij benieuwd of je nog tips hebt voor beginnende schrijvers? Gewoon beginnen en je niet laten leiden door (ongeschreven) regels. Kijk ook eens op de website van Katinka. Interview door Rosanne
1 Comment
Mark Doornbos is 34 jaar oud, woont in Haren en is van beroep software tester. Daarnaast is hij schrijver van de Kronieken van Cromrak, een serie over de klassieke fantasyslechterik de ork, die nu eens in een heldenrol wordt gezet. Onlangs is het derde deel van De Kronieken van Cromrak verschenen. Kun je in je eigen woorden vertellen waar het boek over gaat? In de eerste twee delen van de serie gaat de hoofdpersoon Cromrak op reis om de ingrediënten te verzamelen voor een belangrijk medicijn. Er heerst namelijk een mysterieuze ziekte in zijn wereld, de Sluipplaag, waartegen slechts één middel lijkt te werken. Omdat er ook personen in Cromraks directe omgeving ziek worden, trekt hij er met zijn vrienden op uit om zijn volk te redden. Dit avontuur eindigt in het tweede boek, maar er blijkt nog wel een staartje te zijn aan dit verhaal. Dat staartje is het hoofdonderwerp van het derde boek. Daarbij wordt er in het verleden gedoken van diverse personages, zodat ook duidelijk wordt waardoor zij geworden zijn zoals ze nu zijn. Je hebt ervoor gekozen om het verhaal vanuit een ork te schrijven. Wat vind jij interessant aan orks? Ik heb gekozen voor een ork, omdat dit klassieke fantasyras bijna altijd in een kwaad daglicht wordt neergezet, wat ik eigenlijk niet terecht vond. Waarom zou een ork niet eens 'the good guy' kunnen zijn? Ook andere monsterrassen passeren in mijn boeken de revue, zoals kobolden en trollen. Ik heb hen eigen culturen en eigenschappen gegeven, die weliswaar wat verschillen met die van mensen maar zeker niet slechter of minder zijn. Daarbij zijn de mensen in mijn boeken ook niet zonder zonden. Het is allemaal een grijs gebied, zoals het ook eraan toegaat in onze eigen wereld. Tegelijkertijd wilde ik over een ork schrijven omdat ik zo een uniek perspectief kon gebruiken voor mijn boeken én goed gebruik kon maken van een beetje humor. Een ork kijkt natuurlijk op zijn eigen manier tegen 'die mensen' aan! Wie is jouw favoriete personage uit de reeks en waarom? Mijn favoriete personage... het zijn natuurlijk allemaal mijn geesteskindjes, maar Cromrak zelf heeft wel een speciaal plekje in mijn hart. De beproevingen die hij moet doorstaan op zijn avonturen, de morele dilemma's die hij tegenkomt... Het wordt hem niet gemakkelijk gemaakt op zijn reizen, maar hij weet zich toch maar weer staande te houden en komt daarbij in de meest fascinerende en wonderbaarlijke omgevingen terecht. Hiernaast ben ik ook erg gesteld op het personage Ramaoh, een magisch wezen met een mysterieus verleden, wat als schrijver erg leuk is om langzamerhand uit te werken. Je hebt nu drie boeken geschreven. Welk boek heeft je de meeste moeite gekost en waarom? Het eerste boek heeft mij denk ik de meeste moeite gekost, omdat ik toen nog niet bij een uitgeverij zat en geen idee had of men wel op een boekenserie als deze zat te wachten. Ik heb er dan ook best lang over gedaan om het af te ronden: de eerste woorden gingen op papier in 2007, en pas in 2012 had ik het eerste boek klaar. Zeker nadat ik mijn huidige baan kreeg, in 2008, heeft het werk wel een paar keer stilgestaan. Gelukkig heb ik het toch af kunnen ronden, en met succes kunnen uitgeven, dus de vele uurtjes schrijfwerk zijn niet voor niets geweest! Titels verzinnen is vaak geen makkelijke klus. Hoe ging dat bij jou? Over de titel heb ik ook even moeten denken, haha. Uiteindelijk vond ik 'De geheimen van Khifa' wel een toepasselijke titel voor boek één. In het rijk Khifa worden namelijk twee dingen gevonden die van grote invloed zijn op de rest van het verhaal. 'De wraak van Bernan', boek twee, geeft al meteen aan wat het hoofdonderwerp van dat boek is. Hetzelfde geldt voor 'De zoektocht van Varok'. Je eerste trilogie is afgerond. Wat is het volgende wat we van je kunnen verwachten? Deel vier! De Cromrak serie wordt namelijk een zogenaamde tetralogie - vier boeken. Hiermee zal alles dan geschreven en opgehelderd zijn. Van origine wilde ik het op drie boeken houden, maar gaandeweg kwam ik erachter dat het wel érg dikke boeken zouden worden dan. Zodoende heb ik de keuze gemaakt voor een vierde deel. Hierna wordt het tijd voor wat anders! En of er misschien tóch ooit een deel vijf komt... dat ligt er helemaal wat de lezers willen, haha. De schrijver Markus Heitz heeft uiteindelijk ook 'De dwergen' deel vijf geschreven... dus zeg nooit nooit! Tot slot zijn wij benieuwd of je nog tips hebt voor beginnende schrijvers. Aan welke tip heb jij veel gehad? Als tip wil ik vooral meegeven: geef nooit zomaar op. Iedere schrijver maakt wel een periode door dat hij of zij het even niet meer ziet zitten. Nooit gaan wanhopen! Zeker niet te bang zijn voor fouten in je schrijfwerk... fouten maakt iedereen wel, startend schrijver of niet, en fouten kunnen er altijd nog uitgefilterd worden. Als het verhaal maar goed is, dan zal er altijd interesse voor zijn! Wil jij meer weten over Mark? Bezoek dan eens zijn website! Interview door Natascha
Johan Klein Haneveld (1976) studeerde Biomedische Wetenschappen in Leiden, een fantastische studie, maar zijn echte liefde lag bij het schrijven. In 2001 verscheen zijn eerste SF-thriller: Neptunus (2001, 2013), gevolgd door Het wrak (2002) en De derde macht (2013). Ook schreef hij twee non-fictie boeken: Indrukwekkende vrijheid (2010) en De loser die wint (2015). Hij werkte daarnaast mee aan verschillende publicaties, zoals Het boek van de natuur en Woestijnvaders. In december 2016 verscheen het eerste deel van zijn fantasytweeluik De Krakenvorst, boek 1: Keruga. Het tweede deel staat op de planning voor najaar 2017. De laatste jaren schreef Johan ook veel korte verhalen. Die verschenen onder andere in de bundels Ganymedes 15 en 16 en de tijdschriften Fantastische Vertellingen, SF Terra en The Flying Dutch. Met het verhaal ‘Valstrik’ won hij de Trek Sagae-award van 2014. Verder bereikte hij in 2016 de derde plek bij Fantastels. Op 6 mei 2017 verschijnt zijn eerste bundel Conquistador als deel van het Boek10-project van Godijn Publishing. Om geld te verdienen, werkt hij als eindredacteur bij het Tijdschrift voor Diergeneeskunde en als hij in zijn vrije tijd niet schrijft, geniet Johan van zijn vier aquariums (met maanvissen, dwergklauwkikkers, een wimpelaal en een muskusschildpad), het bezoeken van fantasyfestivals en dierentuinen, boeken, films en stripverhalen. En van koffie! Hij woont met zijn vrouw Bianca in het prachtige Delft. Onlangs is “Keruga”, het eerste deel van “De Krakenvorst” uitgekomen. Kun je in je eigen woorden vertellen waar het boek over gaat? Het tweeluik De Krakenvorst volgt drie jonge mensen, die alle drie geconfronteerd worden met hun keuzes en leren dat ze minder controle hebben over hun leven dan ze dachten. Bijvoorbeeld Tarid, wiens grootvader ooit van de troon is gestoten in Kartaalmon, en die nu net als zijn vader als schoenmaker moet werken. Hij gaat terug naar zijn land van oorsprong om te proberen weer aan de macht te komen, maar zo eenvoudig is dat natuurlijk niet. Hij reist samen met zijn vriend Peritar, een Hirita. De Hirita zijn een van de 'oude rassen' en hebben de gave om een paar seconden in de toekomst te kijken. Ondertussen volgt Alecia de opleiding tot priesteres op het eiland Keruga. Ze is echter minder gemotiveerd dan haar klasgenoten en vindt het maar moeilijk zich aan de strenge leer van Sedratus te houden. De wanhoop nabij vraagt ze raad aan een oudere priesteres. Die vertelt haar over de 'Spiegel van de dromen', een plek waar de Almachtige tot je kan spreken. Die is echter al decennia lang door niemand gebruikt ... En aan de kust van de Krakenzee hoort de jonge herder Frelik dat de soldaten van de mysterieuze Krakenvorst de belasting nog verder verhoogd hebben. Zijn vriend Darnan stelt voor de kudde te verstoppen. En om indruk te maken op Darnans buurmeisje Miran stemt Frelik met het plan in. De soldaten ontdekken echter hun schuilplaats en Frelik wordt voor een moeilijke keuze gesteld: probeert hij zijn vriend te redden? Of redt hij zichzelf? De titel van dit eerste boek is “Keruga”, een onbekend woord. Wat betekent dit? Het priesterdom Keruga speelt een belangrijke rol in mijn verhaal. Op dit eiland hebben de priesters van de Almachtige de touwtjes in handen. Ze geloven dat de Almachtige de mensheid eeuwen geleden heeft gered van de Kraak, en dat ze Hem nu altijd dankbaarheid verschuldigd zijn. Maar ze hebben zich afgezonderd van het vaste land en zijn de verbinding met de rest van de wereld kwijtgeraakt. Hun leer is verstard en de regels van Sedratus zijn tot wet verheven. Andere bronnen van kennis, zoals de mystiek van de Spiegel van de Dromen, zijn in onbruik geraakt. Toch geloven de priesters dat zij het zijn die de profetieën het best kunnen uitleggen en dat het hun taak is het land Kartaalmon te beschermen als het einde der tijden aanbreekt ... Welk karakter uit het verhaal vind je het meest fascinerend? Alle drie de karakters gaan me na aan het hart, natuurlijk! Het is heel moeilijk kiezen. Tarid is eigengereid en een beetje opstandig. Hij wil heel graag de positie terug die zijn familie in zijn ogen is kwijtgeraakt. En hij is zelfs bereid daarvoor te liegen. Daar wordt hij echter ruw mee geconfronteerd. Frelik is een sympathieke knul. Het liefst van alles wil hij troubadour worden. Hij snapt niet waarom zijn ouders zich niet verzetten tegen de soldaten van de Krakenvorst. Maar dan wordt hij met de macht van die tiran geconfronteerd. Het meest heb ik met Alecia. Net als zij ben ik opgegroeid in een strenge religieuze omgeving, een kerk waar de leer vast stond en waar geen vragen mochten worden gesteld. Ik had ze echter wel, net als Alecia, en ook ik ging uiteindelijk twijfelen aan wat me altijd was verteld. Maar ontsnappen aan zo'n wereldbeeld, als je eigenlijk niks anders hebt gekend, dat is nog niet zo eenvoudig. En de wereld erbuiten is ook niet alles. Alecia denkt dat ze een kans heeft om de waardering van de andere priesters te winnen, maar is dat wel wat ze moet willen? Je hebt al meerdere boeken uitgebracht. Hoe is dit in zijn werk gegaan? Ik schrijf al sinds de basisschool. We kregen te weinig opstelopdrachten, vond ik, dus ging ik maar schrijven voor mezelf. Op de middelbare school schreef ik meerdere verhalen, zelfs een complete serie avonturen- en SF-boeken: De avonturen van Joost, Cliff en Yoko. Voor mijn Nederlandse literatuurlijst mocht ik een bundel lezen met mijn eigen verhalen. Tijdens mijn studie had ik me echter volledig op de religie gestort en volgens mijn kerk waren verhalen nutteloos, zelfs zondig. Ik schreef toen dus niet. Maar toen ik overspannen werd in mijn laatste jaar aan de universiteit, kreeg ik van een docent de vraag wat ik eigenlijk het liefste wilde. Daar hoefde ik niet lang over na te denken, dat was schrijven. Ik besloot een kort verhaal dat ik als tiener had geschreven, uit te werken. Dat werd Neptunus. Een uitgever liet het een half jaar liggen, maar Uitgeverij Kok Voorhoeve had direct interesse in het manuscript. Ik raakte toen het naïeve idee kwijt dat een boek zo gedrukt kon worden. Twee rondes van flink herschrijven waren nodig! Maar ik was trots op het eindresultaat en ik werd ook nog eens door de christelijke uitgevers gevraagd het actieboek voor de maand van het spannende boek 2002 te schrijven. Dat werd Het Wrak, in dit verhaal kon ik mijn duikervaring mooi verwerken. Ook De derde macht schreef ik in die periode, maar dat boek werd pas in 2013 uitgegeven. Om te dealen met mijn geloofsvragen schreef ik ook nog eens twee non-fictieboeken. Zijn er thema’s die je steeds opnieuw ziet terugkomen in je boeken? Onderwerpen waar ik in mijn persoonlijke leven mee worstel, komen ook in mijn boeken en korte verhalen terug. Denk aan vragen rond geloof en vrijheid. Meerdere karakters in mijn verhalen hebben te kampen met overspannenheid en een negatief zelfbeeld. De vraag hoe je een betekenisvol leven kunt leiden, is denk ik voor al mijn hoofdfiguren belangrijk. Maar het is niet alleen maar kommer en kwel, natuurlijk! Ik ben ook een natuurliefhebber en in mijn verhalen is een grote rol weggelegd voor ecologie, de verhoudingen tussen verschillende soorten planten en dieren, de invloed van de mens daarop, maar ook gewoon de schoonheid van bergen, bossen, bloemen en vissen. Ik vind mezelf terug als ik in de natuur ben, en ik denk dat dit ook voor veel van mijn hoofdpersonen geldt. Dat we als mensheid beter met het milieu moeten omgaan, is voor mij vanzelfsprekend! Ik hoop dat mensen door mijn verhalen daar ook toe geïnspireerd worden. Je hebt een behoorlijke tijd met een writersblock gekampt. Hoe heb je je hier uiteindelijk doorheen geslagen? Tien jaar lang dacht ik dat ik mijn verbeelding kwijt was. Het gebeurde tijdens het schrijven van het eerste boek van De Krakenvorst. In het begin van hoofdstuk vier. Ik begon aan een nieuwe paragraaf, maar ik kon opeens niet verder schrijven. Het stokte. Ik wist niet wat me overkwam! De jaren daarna heb ik slechts een paar korte verhalen geschreven, en begon ik aan een ander boek, maar ook dat kwam niet van de grond. Als anderen me om een idee vroegen, kwam dat zo opborrelen, maar voor mezelf kwam de inspiratie niet. In 2012 kreeg ik echter een heftige ziekte. Wondroos - een onderhuidse infectie op mijn been. Ik was er knap beroerd van. En na een paar maanden keerde het terug! Het gevaar was zelfs dat het chronisch zou worden. Een van de oorzaken van deze ziekte waren spanningsklachten - die zorgden namelijk voor eczeem, waar ik door de stress niet goed voor had gezorgd. Mijn ouders suggereerden dat ik stress had omdat ik te veel wilde schrijven. Maar ik besefte opeens dat het andersom was: ik was ongelukkig omdat ik te weinig schreef. Ik had zonder antibiotica kunnen overlijden aan de ziekte. Dan had ik er eeuwig spijt van gehad dat ik niet meer verhalen op papier had gezet. In diezelfde periode las ik een citaat van Neil Gaiman. Hij vertelde dat hij momenten had waarop hij in de 'flow' zat en de woorden vanzelf op het papier leken te stromen. En hij had momenten waarop hij op elk woord zat te zwoegen en hij zich afvroeg of hij eigenlijk wel kon schrijven. Maar als hij zijn verhaal later terug las, zag hij geen verschil tussen de stukken die hij in de 'flow' had geschreven en de gedeeltes die slechts met moeite kwamen. Dat deed me beseffen dat ik niet op de inspiratie moest wachten, maar gewoon moest gaan schrijven. Ook realiseerde ik me dat je alleen ideeën voor verhalen krijgt, als je met verhalen bezig bent. Als je met andere dingen bezig bent, leveren je hersenen ideeën voor andere dingen. Om het vliegwiel van de verbeelding op gang te brengen en draaiend te houden, moest ik gewoon veel met het schrijven van verhalen bezig zijn. En zo bleek het te werken. Ik ging verder waar ik was gebleven en binnen een jaar stonden de twee boeken van De Krakenvorst op papier. Tot slot zijn wij benieuwd of je nog tips hebt voor beginnende schrijvers. Aan welke tip heb jij veel gehad? Een goed ritme in de tekst is belangrijk. Niet alleen korte zinnen, niet alleen lange zinnen. En niet steeds dezelfde zinsopbouw. Verdiep je in hoe spanning wordt opgebouwd. Hoe doen films dat? Welke informatie heeft de hoofdpersoon die de lezer niet heeft, hoeveel weet je als lezer wat de hoofdpersoon niet weet? Ik vind het met korte verhalen fijn om midden in de actie te beginnen en dan te beschrijven hoe het zo heeft kunnen komen. Ik vind dat je best wel wat 'tell' mag gebruiken, en niet alleen 'show', maar weet wanneer je het toepast. Het is echt niet altijd nodig. Lees veel! Leg de lat voor jezelf niet te laag. Ontdek vooral wat jij zelf graag wilt schrijven. Voor mij geldt dat het is wat ik graag wil lezen, waar ik door ben gefascineerd. Probeer niet te voldoen aan de wensen en eisen van iemand anders, of aan zogenaamde literaire regeltjes. De passie van je eigen overtuigingen, je eigen unieke verbeeldingswereld, moet in je verhaal uitstralen! En ik geloof niet in 'kill your darlings' - schrijf over je 'darlings', schrijf over wat je passie oproept. Zorg alleen wel dat je verhaal goed blijft lopen - dat is waar dat advies volgens mij voor bedoeld is. En vooral: schrijf. Zorg dat het vliegwiel van je verbeelding draaiend blijft. Ikzelf was de afgelopen twee maanden vooral bezig met de promotie van mijn boek en had al die tijd niet aan een verhaal geschreven. En opnieuw dacht ik dat ik mijn verbeelding kwijt was. Ik worstelde dagenlang met uitstelgedrag voor ik me weer zover kreeg aan een verhaal te beginnen. Toen ik de eerste regels op papier had, begon het echter direct weer te stromen. Het vliegwiel draait weer! Meer weten over Johan Klein Haneveld? Bekijk hier zijn website! Interview door Natascha
Patricia Bonilla's liefde voor schrijven ontstond al op vroege leeftijd, maar haar eerste "echte" verhaal stond in 2011 op papier. Dit verhaal is in 2012 in boekvorm verschenen en leeft onder de titel De zon achterna. Schrijven combineert ze met haar drukke baan als Account Specialist - ze regelt als het ware alle zaken tussen kandidaten en opdrachtgever. In 2014 kwam haar tweede roman ter wereld via uitgeverij Zilverbron en in 2016 volgde het vervolg daarop. Samen met haar man, hond, kat en paard woont ze in het Limburgse Tegelen en verwachten ze eind januari/begin februari hun eerste kindje. Onlangs is Overdosis, het vervolg op Verslaving, verschenen. Kun je in je eigen woorden vertellen waar het boek over gaat? Overdosis is inderdaad het vervolg op Verslaving. Het gehele verhaal gaat over Jesmee, een meisje dat speciale krachten bezit die haar de macht geven over leven en dood. De grote vraag luidt: voor welk doel zal ze haar krachten gaan gebruiken? Zal ze de "goeden" helpen of sluit ze zich aan bij de "slechten"? Een andere vraag is: heeft ze daarin werkelijk een keuze of ligt het pad al voor haar klaar? Er wordt op de flaptekst gesproken over een ‘mythische wereld’ waarin Jesmee terechtkomt. Door wat voor soort mythes heb je je laten inspireren? Er wordt inderdaad gesproken over een 'mythische wereld'. Dit komt doordat Jesmee dat zelf zo noemt. Officieel gezien is het geen mythische wereld. Maar over inspiratie gesproken, heb ik veel gebruik gemaakt van bijzondere wezens zoals succubi, incubi en heksen. Daarnaast speelt het geloof in God ook een grote rol. Wat vind jij het origineelste aan jouw boek? Dat mijn personages echt zijn. Wat ik daarmee bedoel, is dat ik geen ultieme perfecte personages heb gecreëerd. Ieder personage heeft zo zijn slechte en goede kanten. Zelf (en ik hoor de lezers ook) weet je soms niet wie je nou wel of niet aardig moet vinden. En dat vind ik ook in het echte leven. Iedereen die je kent heeft zo wel zijn geweldige kant, maar ook zijn "nadelen". Wat doe jij als je een writersblock hebt? Balen! haha :-) Ik laat het vooral liggen en probeer niet te pushen. Uit ervaring weet ik dat dat alles erger maakt. Ik ga dan verder met een ander verhaal of ik lees een boek. Gewoon iets anders doen. De inspiratie komt vanzelf wel weer. Waarin ben jij het meest gegroeid als je de eerste versie van Verslaving met de laatste van Overdosis vergelijkt? Show, don't tell. En variëren in woorden. Tijdens Overdosis kwam ik erachter (samen met de redactrice) dat ik veel dezelfde woorden gebruik, terwijl het dus ook anders kan. Ik heb geleerd om beter naar mijn eigen zinnen en woorden te kijken en dan te bedenken hoe ik het ook anders kan vertellen (of laten zien, eigenlijk). Je hebt vast al aardig wat recensies over Verslaving gehad. Op welke woorden ben je het meest trots? Ik ben het meest trots dat het boek spannend, boeiend en verrassend is. Hoewel het idee, de personages en de driehoeksverhouding allicht wat cliché zijn, vinden mensen het boek toch een verrassende draai hebben. Ik lees dat het voornamelijk komt doordat mijn personages echt lijken, zoals ik zelf al eerder aangaf. Tot slot zijn wij benieuwd of je nog tips hebt voor beginnende schrijvers. Aan welke tip heb jij veel gehad? Poeh, met tips probeer ik altijd niet hetzelfde te zeggen als anderen hebben gedaan, maar dat is best lastig. Maar bij deze: schrijf gewoon wat in je opkomt. Vooral een first draft hoeft absoluut niet perfect te zijn. Iets wat ik mezelf heel vaak moet zeggen. Gewoon gaan zitten en schrijven, schrijven, schrijven. Schrappen en perfectioneren komt later wel. Bedenk dat er in totaal zeven versies van Verslaving en Overdosis zijn ;-) Wil je meer weten over Patricia? Neem dan eens een kijkje op haar facebookpagina! Interview door Natascha
|
Archieven
June 2019
|