Jaap Stroosnier is 62 jaar geleden in Den Haag geboren en woont in Maastricht. Hij heeft jarenlang in het bedrijfsleven gewerkt. Tegenwoordig is hij headhunter en kunstschilder en sinds de publicatie van zijn debuut in maart 2019 mag hij zich schrijver noemen. "Die achternaam was oorspronkelijk Stroosnijder. Ooit heeft een verre voorouder van mij, een Zeeuwse boer heb ik begrepen, in onverstaanbaar dialect zijn naam gemompeld tegen een van de administrateurs van Napoleon en die heeft dat toen maar zo goed mogelijk genoteerd als Stroosnier. Die naam moet ik dus altijd spellen. Mijn voornaam daarentegen, Jaap, is wel weer heel simpel. In Nederland althans. In het buitenland blijft het behelpen." Onlangs verscheen je boek 'De man die zijn baas liet verdwijnen'. Kun je in jouw eigen woorden uitleggen waarover dit boek gaat?
Het verhaal gaat over een gewoon mens, ik zou het zelf kunnen zijn, die door een gehaaide baas van links naar rechts wordt geslingerd en dat allemaal als een schlemiel over zich heen laat komen. Hij durft er niet tegenin te gaan, want dat zou zijn loopbaantje kunnen schaden. De lafaard. Totdat hij erachter komt dat er echt hele foute dingen om hem heen gebeuren en hij daarvoor dreigt op te draaien. Dan ontstaat er een wanhopige race wie als eerste de ander uit de weg ruimt, Jack Kempinski of zijn baas. Jack blijkt in staat tot een geweldniveau dat je van een op het oog zachtaardig mens nooit zou verwachten. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: wat is hetgeen dat je wilde bereiken met dit boek? Een boek schrijven dat ik zelf graag zou lezen. Sinds ik dat besef zit ik vol binnenpret van alles op te schrijven waarvan ik me trouwens wel realiseer dat niet iedereen het leuk zal vinden. Dat gevoel van vrijheid en ongeremdheid vind ik fijn. Ik probeer in elk hoofdstuk een paar mooie zinnen te schrijven. Niet teveel, want dan wordt het onleesbaar. Daarnaast iets onverwachts of grappigs, waardoor de lezer inwendig even moet grinniken, hopelijk. En natuurlijk iets van spanning, of dreiging. O ja, hier en daar wat seks, dat vind ik zelf altijd prettig lezen. Als je vraag erop doelt of ik iets wilde bewijzen met dit boek, of van me af schrijven: nee hoor. Ik hoop dat mensen het 's avonds met plezier lezen voor het slapen gaan, of voor ze iets anders leuks gaan doen in bed. Daar is een boek toch voor? Je hebt zelf ook de nodige bazen versleten. In hoeverre is dit verhaal autobiografisch te noemen? Ik ken zo'n werkomgeving, net als iedereen die voor een baas werkt. In Nederland zijn dat zeven miljoen mensen trouwens. Ik heb aardige bazen gehad, lieve bazen zelfs, maar ook enkele die ik niet kon uitstaan en die wenste ik in gedachten de meest vreselijke dingen toe. Belachelijk natuurlijk. In dit boek laat ik zoiets door mijn alter ego uitvoeren. En nu is het wel terecht. Een combinatie van zelfbehoud en wraak. Heerlijk is dat. Maar zelf zou ik het niet kunnen. Ik doe geen vlieg kwaad en wil graag aardig worden gevonden. Dat is niet handig in het bedrijfsleven. Op de omslag van 'De man die zijn baas liet verdwijnen' staat dat het om een roman gaat, maar in recensies wordt regelmatig aangegeven dat het eerder aanvoelt als een (psychologische) thriller. Waar ligt nu de grens tussen thriller en roman? En zou je zelf nog kiezen voor de term 'roman'? In Angelsaksische landen staat op de omslag van zowel een roman als een thriller de vermelding 'a novel'. Dat spreekt me wel aan. Kijk bijvoorbeeld naar de Amerikaanse versie van Mr. Mercedes van Stephen King, ('a novel') en de Nederlandse omslag ('thriller')." Maar ik weet eerlijk gezegd niet eens wat de definitie van een thriller is. Een pageturner? Een whodunnit? En dan zijn er ook nog psychologische thrillers en literaire thrillers. Al die hokjes, ik begrijp het wel, handig voor een lezer met een specifieke voorkeur, maar het is niks voor mij. Ik noem mijn boek liever een roman want dan kan ik alle kanten op met het verhaal. Er zijn mensen die struikelen over de seks in 'De man die zijn baas liet verdwijnen'. Heb je een idee hoe dit komt? Hoe ver vind jij dat je kan gaan met seks en geweld in een verhaal? Dat verraste me een beetje, in deze tijd van internet en zo'n vijftig jaar na Ik Jan Cremer en Turks Fruit, en later bijvoorbeeld Portnoy's Complaint. Sommige erotische scènes zijn volgens mij best mooi beschreven, anderen zijn een stuk rauwer, maar dat heeft dan ook een functie. De preoccupatie met seks zegt iets over zijn karakter en geeft hem iets menselijks. Hij is een jonge hond die zich wil bewijzen. Er zijn trouwens ook mensen die het juist grappige intermezzo's vinden. Wat geweld betreft probeer ik het ergst denkbare te beschrijven, maar wel in nuchtere woorden. Als een objectief verslag. Dat geeft iets afstandelijks waardoor het volgens mij beter binnenkomt bij de lezer. Ik vind het niks om geweldsscènes te censureren. Wat voor boeken lees je zelf graag? Wat zijn jouw favoriete schrijvers? Lezen geeft me lust om te schrijven, en ik leer er van. 'Zaterdag' van Ian McEwan vind ik goed, net als zijn meeste boeken. 'Notedop' heeft een origineel thema: een foetus ontdekt dat zijn moeder en haar minnaar een complot smeden om zijn vader te vermoorden en besluit dan om in actie te komen. Door 'Het Diner' van Koch begreep ik dat 'moreel verwerpelijk' ook een interessant thema kan zijn. James Salter schrijft hemels mooie zinnen, terwijl het verhaal niet zo bijzonder is, maar dat geeft niets in zijn geval. Haruki Murakami trekt je vanaf de eerste regels in de speciale sfeer van zijn verhalen, geschreven met simpele woorden maar heel verslavend. De '1Q84-trilogie' is een aanrader, net als 'De Opwindvogelkronieken' en 'Kafka op het strand'. Ik vond het erg toen ik ze uit had, ik had er eeuwig in door willen lezen. Ik heb net 'Celine's Reis naar het einde van de nacht' uit, een boek met op elke pagina minstens vijf briljante zinnen en met het meest overdonderende begin dat ik ooit gelezen heb. Het deed me denken aan 'Catch22', dat gaat weliswaar over de andere wereldoorlog maar de generaals zijn er nog even corrupt. De Libris-winnaar van Rob van Essen ligt op het nachtkastje, het begin waarin de hoofdpersoon zich doodergert in de rij voor de kassa is al heel geestig." Tot slot zijn wij benieuwd of je nog tips hebt voor beginnende schrijvers. Aan welke tip heb jij veel gehad? Ga op schrijfles, dan kun je oefenen met 'show, don't tell'. Ik moest me eerst laten uitleggen wat dat is. En je leert dat je zowat alle bijvoeglijke naamwoorden kunt weglaten. Sluit je daarna aan bij een gezellige schrijfgroep. Verder is het gewoon een kwestie van niet opgeven. Je moet het wel leuk vinden natuurlijk. Ik heb geloof ik een stuk of veertien uitgevers aangeschreven voor er eentje enthousiast reageerde. Maar dat was dan ook meteen een hele goeie.
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |
Archieven
June 2019
|